google-site-verification: google26238947a13f1007.html

Volker Hinten

Advaitaweb

Het bezongen absolute

 


Zijn we niet allemaal uit en in de goedheid geboren?

Niet als het besef van die goedheid, maar als het ZIJN van die goedheid?

Wat maakt dat we tranen in de ogen krijgen als we in een licht moment opeens dit ZIJN herinneren?

Niet als een verloren schat ergens in het verleden, maar als een verloren gewaand kind die hier en nu herontdekt wordt, levend en wel.

Zo een licht moment waarbij alle krachten die dit kind verborgen hielden opzij gaan? Zijn we dan allen niet als een Syrische moeder die haar kind omhelst, levend aangetroffen onder het puin van hun kapotgeschoten huis? Zo een moment waarover duistere krachten geen macht hebben. Waarin even de ware aard van ZIJN, van goedheid, ons verlicht en doet herinneren? Herinneren dat goedheid nooit weg is, herinneren aan hier, aan nu, aan wat we werkelijk ten diepste ZIJN. Waarbij de paradox van heden en verleden niet is.

Maar … vaak wordt een kind niet levend onder het puin vandaan gehaald. Is het dood en levenloos.

Heeft het kind snakkend en hijgend en in pijn het levenslicht niet meer kunnen halen. Zijn moeder en vader verscheurd en overmand door duisternis in de ervaring van diepe gescheidenheid van al wat goed en rechtvaardig is. De kans is groot dat het leven in verbittering, woede en verdere teloorgang verloopt. Ja dat er zelfs onwil en grote weerstand is tegen alles dat kan helpen deze terneerdrukkende krachten te doen afnemen. Alsof dat een verraad zou zijn jegens het gestorven kind. Het is de kreet van Jezus aan het kruis, vader, vader waarom heeft gij mij verlaten?

En toch eindigde Jezus met Vader, in uw handen beveel ik mijn geest.

De weg van de moeder en vader van het gestorven kind is de weg van het doorstaan, alles .. het verdriet, de woede, de pijn, de ontkenning en de erkenning. Dat alles doorstaan, beLEVEN gaat vooraf aan de hernieuwde ontdekking van ZIJN, van goedheid. Het was nooit weg, maar verborgen leunde zij in dit zijn, totdat de krachten afnamen en de altoos zijnde goedheid, als een opkomende ochtendzon de duisternis doorbreekt.

Ik denk dat ik dit mag schrijven, want het is geleefd.

Dat we allemaal de goedheid in ons moge zien.

VH